Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cor·rup·tie·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord corruptiezaak corruptiezaken
verkleinwoord corruptiezaakje corruptiezaakjes

Zelfstandig naamwoord

de corruptiezaakv / m

  1. een geval van corruptie

Gangbaarheid

Verwijzingen