corpulent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- cor·pu·lent
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gezet’ voor het eerst aangetroffen in 1553 [1]
- Leenwoord uit het Engels of het Frans.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | corpulent | corpulenter | meest corpulent |
verbogen | corpulente | corpulentere | meest corpulente |
Bijvoeglijk naamwoord
corpulent
- dik of zwaarlijvig
- Het is erg goed dat er hulp is voor zeer corpulente mensen.
Gangbaarheid
- Het woord corpulent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "corpulent" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |