corona-informatie

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·ro·na-in·for·ma·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord corona-informatie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de corona-informatiev

  1. (medisch) informatie over een coronavirus, zoals de besmettelijkheid, de manier van verspreiding, maar ook welke maatregelen er genomen zijn
    • Veel mensen verspreidden met opzet onjuiste corona-informatie.