copier
copier
- (spreektaal) na-apen, nabootsen
- «Vous me la copierez!»
- Dat zal me niet nog eens overkomen!! [1]
- «Vous me la copierez!»
- (spreektaal) overschrijven
- «Ma prof de philo m'a dit que copier, c'est dégueulasse.»
- Mijn filosofielerares zei me dat overschrijven walgelijk is. [1]
- «Ma prof de philo m'a dit que copier, c'est dégueulasse.»