convergiese
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van converger
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van converger
convergiese
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van convergir
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van convergir