vervoeging van
converger

converge

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van converger
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van converger
vervoeging van
convergir

converge

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van convergir
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van convergir