Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tro·le·pro·bleem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord controleprobleem controleproblemen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het controleprobleemo

  1. iets onvoldoende kunnen beheersen; moeilijkheden met het toezicht op iets
    • Berichtgeving in Het Financieele Dagblad suggereerde dat ABN Amro onvoldoende zicht heeft op privébelangen van commissarissen, maar de bank verwerpt iedere suggestie dat er structurele controleproblemen zijn.[1] 
    • Neem een voorbeeld aan Amerika, waar de hekel aan Washington een eeuw geleden al even groot was als die aan Brussel hier en nu. In de Verenigde Staten werd het controleprobleem heel anders aangepakt dan in Europa. Met machtige onafhankelijke instituten, onder leiding van zeer strenge mannen.[2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen