Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tra·po·si·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contrapositie contraposities
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de contrapositiev

  1. (wiskunde) redenering uit de klassieke logica waarin het bewijs van het onjuist zijn van het omgekeerde van een bewering resulteert in het bewijs van die bewering
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie