contractonderwijs

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tract·on·der·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contractonderwijs -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het contractonderwijso

  1. (onderwijs) onderwijs op contractbasis, gegeven in opdracht van een bedrijf

Gangbaarheid