Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·trac·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord contractie contracties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de contractiev

  1. (medisch) samentrekking van orgaan of spieren
    • Ongecontroleerde contractie van de beenspier. 
  2. (taalkunde) het samentrekken van twee opeenvolgende woorden/klanken tot één enkele klank die van beide oorspronkelijke klanken kenmerken heeft
    • "That's" en "don't" zijn een contractie van "That is" en "do not". 
Synoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen