betrekking hebbend op het maken en onderhouden van menselijke relaties
De preoccupatie met de beeldvorming is de sleutel tot de kleine tentoonstelling in Delft. Hier toont zich een leger aan den volke dat vervuld is van een nieuw zelfvertrouwen dat het straks mogelijk zal maken de helsgevaarlijke missie in de Afghaanse provincie Uruzgan te volvoeren. Vergeet dat komisch werkende dienstplichtigenleger van weleer, van soldaten met lange haren en oorringetjes, bezig de Noord-Duitse laagvlakte te verdedigen tegen de theoretische Rus, onder leiding van sergeants die maar met moeite orde konden houden. Vergeet ook, tien jaar geleden nog maar, die povere vertoning onder leiding van een laffe snor in Srebrenica - eens komt trouwens vast de dag dat de Audiovisuele Dienst van het leger zijn foto's daarvan zal laten zien. Nee, de Nederlandse militair anno 2006 is een uitgewogen, zelfverzekerde figuur - tot de tanden bewapend voor als het moet maar tot dat moment minzaam, contactueel vaardig en bovenal weergaloos mooi. Dat komt wel goed in Uruzgan.[1]
Organisatorisch is Kessler een uitblinker. In contactueel opzicht vloog hij zelden hoger dan het maaiveld, al herinner ik mij avonden in zijn bungalow op het sportcentrum in Zeist, waar met behulp van een fles wijn de sfeer wat losser werd en de pure voetballiefhebber de overhand kreeg op de man, die zich graag hoogdravend uitdrukte.[2]