contactpersoon
- con·tact·per·soon
- samenstelling van contact en persoon
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contactpersoon | contactpersonen |
verkleinwoord | contactpersoontje | contactpersoontjes |
de contactpersoon m
- (communicatie) iemand die het contact verzorgt tussen twee personen of groepen die elkaar niet fysiek kunnen of mogen treffen
- De contactpersoon liet niets meer van zich horen.
1.
- Het woord contactpersoon staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.