Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: consumeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·sum·me·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
consummeren
consummeerde
geconsummeerd
zwak -d volledig

Werkwoord

consummeren

  1. overgankelijk volbrengen, voltrekken. Tegenwoordig alleen nog gebruikt in de betekenis: het voltrekken van het huwelijk door geslachtsgemeenschap.[3] [4] [5] [6]
    • Omdat het huwelijk niet geconsummeerd was, kon het door de kerk nietig verklaard worden. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen