consumentenelektronica

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·su·men·ten·elek·tro·ni·ca
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord consumentenelektronica -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de consumentenelektronicav

  1. elektronische apparatuur voor huishoudelijk en recreatief gebruik
     In het verleden stond Philips, waar zo’n 80.000 mensen werken, vooral bekend om zijn lampen en consumentenelektronica, zoals tv’s en stereo’s.[1]
     Mijn manier om tot bepaalde oplossingen of uitvindingen te komen is niet alledaags. Door collega’s en vrienden word ik wel een MacGyver-onderzoeker genoemd – een geuzennaam – omdat ik consumentenelektronica of gebruiksartikelen ombouw tot iets waarvoor het oorspronkelijk niet bedoeld is. Een Wii Remote heb ik bijvoorbeeld getransformeerd tot waterniveaumeter en in een waadbroek heb ik sensoren gefabriceerd zodat ze de temperatuur van water kunnen meten.[2]
Schrijfwijzen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Steven Musch
    “Na lichtafdeling wil Philips ook af van huishoudelijke tak” (28 januari 2020) op nrc.nl
  2.   Weblink bron “‘Collega’s noemen me MacGyver-onderzoeker, omdat ik gebruiksartikelen ombouw tot iets waarvoor het niet bedoeld is’” (10 november 2018), NewScientist