vervoeging van
constater

constate

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van constater
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van constater
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van constater
vervoeging van
constatar

constate

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van constatar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van constatar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van constatar