Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·som·mé
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘heldere bouillon’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord consommé consommés
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de consommém [3]

  1. (voeding) een geheel ontvette bouillon die helder is gemaakt (en waaraan een bepaalde garnituur is toegevoegd)
    • Een consommé van ossenstaart. 
     Een consommé van duif (12 euro per liter) bevestigt dat Dhooge veel intensiteit in het bord kan brengen.[4]
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

71 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen


Frans

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  consommé     le consommé     consommés     les consommés  

Zelfstandig naamwoord

consommé m

  1. (voeding) consommé, lichte bouillon

Werkwoord

consommé

  1. voltooid (verleden) deelwoord van consommer
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   consommé consommés
  vrouwelijk   consommée consommées

Bijvoeglijk naamwoord

consommé

  1. (bijna) perfect
  2. volleerd