vervoeging van
consister

consiste

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van consister
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van consister
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van consister


vervoeging van
consistir

consiste

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van consistir
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van consistir