consista
- derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van consister
consista
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van consistir
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van consistir
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van consistir