Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ser·va·tis·me
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van het Latijnse 'conservare' (beschermen) met het achtervoegsel -isme
enkelvoud meervoud
naamwoord conservatisme -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het conservatismeo

  1. gehechtheid aan het bestaande, behoudendheid
     Dus rechts had heel goed door dat het modernisme een tegenstander van het conservatisme was.[1]
  2. (politiek) stroming die streeft naar het behoud van tradities
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044625691
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be