Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·no·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord connotatie connotaties
verkleinwoord connotatietje connotatietjes

Zelfstandig naamwoord

de connotatiev

  1. (taalkunde) de bijklank of gevoelswaarde van een woord of woordgroep, die tot op zekere hoogte los staat van de letterlijke betekenis (denotatie)
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen