vervoeging van
conducir

conduzca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conducir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conducir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van conducir