vervoeging van
condecir

condiga

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van condecir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van condecir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van condecir