vervoeging van
comprimer

comprime

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van comprimer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van comprimer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van comprimer


vervoeging van
comprimir

comprime

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van comprimir
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van comprimir