communicatiekosten

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·mu·ni·ca·tie·kos·ten
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord communicatiekosten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de communicatiekostenmv

  1. geld dat men nodig heeft om contact met iemand te hebben
     De pools waar niets wordt ingezet, zoals die van De Telegraaf en het AD, gelden als 'promotionele kansspelen'. Die zijn toegestaan, als de kosten om er aan deel te nemen niet hoger zijn dan 45 cent ('communicatiekosten' volgens de Kansspelautoriteit, zoals een postzegel of telefoonkosten).[1]
Hyponiemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Wedden op het WK: wat mag?” (Zaterdag 31 mei 2014, 06:46), NOS