vervoeging van
commencer

commence

  1. eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van commencer
  2. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van commencer
  3. tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van commencer