vervoeging van
coincidir

coincida

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van coincidir
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van coincidir
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van coincidir