Een citroenboom.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ci·troen·boom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord citroenboom citroenbomen
verkleinwoord citroenboompje citroenboompjes

Zelfstandig naamwoord

de citroenboomm

  1. (plantkunde) Citrus limon, een uit China afkomstige boomsoort waarvan de citroen de vrucht is
    • Deze boomgaard staat vol met citroenbomen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid