Spaans

Werkwoord

vervoeging van
cicatrizar

cicatrizaran

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van cicatrizar
vervoeging van
cicatrizarse

cicatrizaran

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van cicatrizarse