cerebraal
- ce·re·braal
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wat de hersenen betreft’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- met het voorvoegsel cerebro- en met het achtervoegsel -aal [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | cerebraal | cerebraler | cerebraalst |
verbogen | cerebrale | cerebralere | cerebraalste |
partitief | cerebraals | cerebralers | - |
cerebraal
- (medisch) met betrekking tot de grote hersenen
- zeer verstandelijk, uitsluitend redenerend, zeer rationeel
1. met betrekking tot de grote hersenen
- Het woord cerebraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "cerebraal" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "cerebraal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ cerebraal op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be