centres mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord centre


centres mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord centre
vervoeging van
centrer

centres

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van centrer
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van centrer


vervoeging van
centrar

centres

  1. aanvoegende wijs tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van centrar
  2. gebiedende wijs (ontkennend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van centrar