Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • cel·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord celdeling celdelingen
verkleinwoord celdelinkje celdelinkjes

Zelfstandig naamwoord

de celdelingv

  1. (biologie) verdubbeling van cellen om te groeien en te vernieuwen of voor de voortplanting
  2. het delen van een cel met een andere gevangene
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be