Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·ta·lo·gus·waar·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord cataloguswaarde cataloguswaarden
cataloguswaardes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de cataloguswaardev

  1. de prijs van iets zoals vermeld in een catalogus
     Sinds 2011 wordt het btw-bedrag dat over het privégebruik van een zakenauto moet worden betaald anders berekend. Wie geen kilometerregistratie bijhield, kon kiezen voor een vast percentage. De Belastingdienst ging daarbij uit van 2,7 procent van de cataloguswaarde van de auto, maar veel ondernemers vonden dat bedrag te hoog.[1]
     De subsidie van 6000 euro zou worden gehalveerd en de bijtelling op volledig elektrische auto's zou op korte termijn van 4 procent naar 8 of 10 procent gaan. Het lage tarief zou bovendien maar gelden tot een cataloguswaarde van 40.000 euro, daarboven moeten leaserijders het normale tarief betalen. Die grens lag in het conceptakkoord op 50.000 euro.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Bezwaren vanwege weinig privé-gebruik bedrijfsauto allemaal afgewezen” (woensdag 16 mei 2018), NOS
  2.   Weblink bron “'Afzwakking elektrisch rijden dreigt in Klimaatakkoord'” (Maandag 17 juni 2019), NOS