carte blanche
- car·te blan·che
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | carte blanche | |
verkleinwoord |
de carte blanche v
- blanco volmacht
- De onderhandelaar had een carte blanche van zijn president.
- iemand ~ geven: iemand toestemming geven om alles te doen wat hij of zij denkt dat noodzakelijk is
- Het feestcomité eiste een carte blanche voor het organiseren van de festiviteiten.
- Het woord carte blanche staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- (samenkoppeling) van carte en blanche
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
carte blanche | la carte blanche | cartes blanches | les cartes blanches |
carte blanche
- carte blanche, de vrije hand, vrij spel, volmacht