vervoeging van
cariñar

cariñe

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñar
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñar
vervoeging van
cariñarse

cariñe

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñarse
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñarse
  3. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñarse