vervoeging van
cariñar

cariñamos

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñar
  2. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van cariñar
vervoeging van
cariñarse

cariñamos

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van cariñarse
  2. eerste persoon meervoud verleden tijd (pretérito indefinido) van cariñarse