capaciteitsgebrek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ca·pa·ci·teits·ge·brek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord capaciteitsgebrek capaciteitsgebreken
verkleinwoord capaciteitsgebrekje capaciteitsgebrekjes

Zelfstandig naamwoord

het capaciteitsgebreko

  1. het hebben van onvoldoende beschikbare mogelijkheden om aan een behoefte te voldoen
    • Door een capaciteitsgebrek ontstonden er wachtrijen.