Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • buurt·ge·meen·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord buurtgemeenschap buurtgemeenschappen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de buurtgemeenschapv

  1. enkele bij elkaar gelegen boerderijen en woningen die samen een gemeenschap vormen die vaak kleiner is dan een gehucht

Gangbaarheid

Meer informatie