buitenpost
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: buitenpost (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bui·ten·post
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van buiten en post [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | buitenpost | buitenposten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de buitenpost m
- een afgelegen plaats ver van het centrum
- De kwestie Oekraïne wordt te vaak voorgesteld als een duel: Oekraïne sluit zich óf bij het Oosten óf bij het Westen aan. Maar wil Oekraïne in voorspoed voortbestaan, dan moet het niet als buitenpost maar juist als brug fungeren. [2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord buitenpost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "buitenpost" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Henry A. Kissinger 8 maart 2014
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be