Tsjechisch

Uitspraak
Woordafbreking
  • bra·tr
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

bratr m bezield

  1. broer, broeder; een mannelijke bloedverwant.
  2. (religie) broeder
  3. broeder; met betrekking tot een verwante nationaliteit of etniciteit.
Verbuiging



Archaïsche meervoudsverbuiging


Synoniemen
  1. (spreektaal) brach m bezield, brácha m bezield
  2. kněz m bezield, mnich m bezield
  3. přítel m bezield
Antoniemen
  1. sestra v
  2. sestrička v, jeptiška v
  3. -
Hyperoniemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen

Verwijzingen