Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • brand·de door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorbranden

brandde door

  1. enkelvoud verleden tijd van doorbranden
    • Ik brandde door. 
    • Jij brandde door. 
    • Hij, zij, het brandde door. 


Gangbaarheid