braken op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bra·ken op
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opbreken |
braken (…) op
- meervoud verleden tijd van opbreken
- Wij braken op.
- Jullie braken op.
- Zij braken op.
- Wij braken op.
Gangbaarheid
- Het woord braken op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.