Spam braden in koekenpan.
  • bra·den
  • In de betekenis van ‘gaar maken op vuur’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • Voorheen behoorde het werkwoord tot klasse 7: braden - bried - gebraden
..er werd gerstedrank in bereid, terwijl sommige krijgsgevangen vleesch brieden.[2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
braden
braadde
(bried[3])
gebraden
klasse 7

zwak -d
gemengd

volledig

braden

  1. overgankelijk, (kookkunst) vlees bereiden door het in olie of vet te verhitten
    • - Zij braadde de hamlapjes in gebruinde boter. 
    • - Vlees kun je braden ander voedsel verhitten in olie of vet heet bakken. 
  • ergens de boter uit braden
niet hard werken (letterlijk: boter smelt makkelijk en je krijgt er dus makkelijk vet uit)
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]