bovenlaag
- bo·ven·laag
- samenstelling van boven en laag [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bovenlaag | bovenlagen |
verkleinwoord | bovenlaagje | bovenlaagjes |
- bovenste van meerdere op elkaar gestapelde lagen
- (figuurlijk) leidinggevenden in een gemeenschap of bedrijf
- Het woord bovenlaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bovenlaag" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be