bovenlaag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bo·ven·laag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boven en laag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bovenlaag | bovenlagen |
verkleinwoord | bovenlaagje | bovenlaagjes |
Zelfstandig naamwoord
- bovenste van meerdere op elkaar gestapelde lagen
- (figuurlijk) leidinggevenden in een gemeenschap of bedrijf
Gangbaarheid
- Het woord bovenlaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bovenlaag" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be