bouwtechniek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bouw·tech·niek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw en techniek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwtechniek | bouwtechnieken |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bouwtechniek v
- een onderdeel van bouwkunde nl. het ontwerpen van de technische details.
- Metselen, timmeren, schilderen, fijnhoutbewerken zijn bouwtechnieken.
Gangbaarheid
- Het woord bouwtechniek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.