bouwnijverheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bouw·nij·ver·heid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bouw zn en nijverheid zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouwnijverheid | bouwnijverheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (economie) de bedrijfstak van het bouwbedrijf
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord bouwnijverheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.