Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bor·rel·ta·fel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord borreltafel borreltafels
verkleinwoord borreltafeltje borreltafeltjes

Zelfstandig naamwoord

de borreltafelv / m

  1. hapjes die men kan eten tijdens het borrelen
    • Vrijdagmiddag na het werken hebben we een borrel met een borreltafel met allerlei kleine hapjes zoals bitterballen. 
Synoniemen
  1. bittertafel

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be