Deens

Zelfstandig naamwoord

borgemesterens

  1. verouderde spelling of vorm van borgmesterens [1]
(verouderd) bepaalde vorm genitief enkelvoud van borgemester, g

Verwijzingen

  1. Ordbog over det danske Sprog
    Deel 2, 1920
    Trefwoorden: borgemester en borgmester