boomorchidee
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boom·or·chi·dee
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom zn en orchidee zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomorchidee | boomorchideeën |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (plantkunde) orchidee die op de stam van een boom groeit
Gangbaarheid
- Het woord boomorchidee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.