• boe·ren·hei·kneu·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord boerenheikneuter boerenheikneuters
verkleinwoord boerenheikneutertje boerenheikneutertjes

de boerenheikneuterm

  1. (scheldwoord) een onbeschaafd, onwetend persoon
    • Gedraag je niet als een boerenheikneuter, man.