boekenworm
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boekenworm (hulp, bestand)
Woordafbreking
- boe·ken·worm
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boekenworm | boekenwormen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de boekenworm m
- (zilvervisjes) insect dat men veel in oude boeken kan vinden, Ctenolepisma longicaudata
- (pejoratief) iemand die heel veel leest
- ▸ De musical, die is geïnspireerd op Dahls boek uit 1988, draait om een bijdehante boekenworm die ontdekt dat ze telekinetische gaven heeft.[2]
- ▸ Ik ga tegen mijn matties zeggen dat ze jou moeten lezen, kerel. Sommigen zullen er echt wijs van worden. Straks worden we nog boekenwormen, denkers misschien. Hoe heet je publisher ook alweer? Oscar van Gelderen toch? Ik denk dat ik hem ook wat ga sturen. Bedankt voor je mooie boek, gast. Ik hoop dat je kassa ervan gaat rinkelen.[3]
- ▸ Dat is weer eens wat anders dan Ons Soort Mensen, dacht Burger. Maar gelukkig, de met eigenwaan vervulde boekenworm snapt het gepeupel wel.[4]
Synoniemen
- [1] suikergast, schieter, scheitworm, papiervisje, boekvisje
- [2] boekenwurm
Vertalingen
1. insect dat men veel in oude boeken kan vinden, Ctenolepisma longicaudata
Gangbaarheid
- Het woord boekenworm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Marlies van Leeuwen“Netflix maakt nieuwe Matilda-film” (30-01-2020), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Vette shit, James!” (29/06/2011), HP de Tijd
- ↑ Weblink bron “Droomboek-column Monique Burger leidt tot ‘Kristallnacht’” (13/09/2013), HP de Tijd